Onlangs was ik in Nice – Zuid-Frankrijk. Ik vertrok met de auto naar Eindhoven Airport en nam het vliegtuig. Aangekomen op het vliegveld aan de Côte d’Azur nam ik een taxi naar het hotel en de dagen daarna liep ik lekker onbezorgd rond door de stad, ook op de Promenade des Anglais waar op 14 juli 2016 een terroristische aanslag plaatsvond.

Er zijn nogal wat momenten geweest dat ik onderworpen had kunnen worden aan een controle. Had ik ontzettende mazzel dat dit uitbleef? Want er zijn mensen die, net als ik geen verdachte, wel vaak gecontroleerd worden of bij wie de controles ingrijpender zijn. ‘Omdat het toch zou kunnen dat er iets fout zit bij hen?’

Ik ben een man van middelbare leeftijd, nou ja, nog nét middelbaar, vind ik. Ik val nogal behoorlijk binnen een bepaalde doelgroep, tweemaal zelfs, let hieronder maar op. Toch had ik geen mazzel dat ik uitsluitend op de vliegvelden ben gecontroleerd.

Velen worden aan allerlei controles onderworpen omdat een onveranderbaar kenmerk bij hen het vermoeden doet ontstaan dat zij een strafbaar feit zouden kunnen (gaan) plegen of hebben gepleegd. En bij klachten daarover wordt tegengeworpen dat hun kenmerk nou eenmaal ook vaak voorkomt bij een dader. Dat dit overeenkomstige kenmerk dus het vermoeden rechtvaardigt.

Laatst heeft een rechter zich gebogen over etnisch profileren. De uitspraak is duidelijk: etnisch profileren mag niet, is onrechtmatig. Helder? Nee! Want huidskleur, daar ging het hier om, mag wél een rol spelen, als het maar niet de énige rol is. Daardoor vervalt dan de onrechtmatigheid. Dat houdt dan toch nog een vervelende situatie in stand. De rechter heeft in stand gelaten dat je je door je donkerdere huidskleur wellicht meer moet laten welgevallen.

Het eventuele hogere opsporingsresultaat is heilig en daar zit de fout. Al vang je één boef meer en bevordert dat de veiligheid, als velen er constant rekening mee moeten houden dat hun kenmerk aanleiding is voor controles, welk onbehaaglijk en onveilig gevoel creëer je dan in de samenleving?

Het verheugt me dat ik onderweg naar Eindhoven, op de vliegvelden en in Nice zelf niet als gevolg van mijn kenmerken ter controle ben aangehouden, hoewel je daar misschien wel een reden voor zou kunnen bedenken.

Gelukkig ben ik met rust gelaten, terwijl zedenzaken vaak op het conto geschreven kunnen worden van mannen van rond de zestig jaar. En dus ondanks de statistisch hogere kans dat in mijn koffer kinderporno zou kunnen zitten dan in de bagage van een jonge vrouw in het vliegtuig.

Nee, ik had geen mazzel; in mijn situatie staat de opsporingsprioriteit in een betere verhouding tot de last (buitengesloten voelen, ten onrechte eruit gepikt worden, als eventueel gevaar beschouwd worden) die terecht ervaren wordt. Al vang je niet alle boeven, gelukkig vallen we niet alle mannen op leeftijd lastig met ‘zedencontroles te pas en te onpas’.

Laten we andere delen van de bevolking evenmin lastigvallen, al vang je dan misschien ook wat minder boeven. Hoewel het toch zou kunnen dat er iets fout zat bij mij, niemand wilde weten wat er in mijn koffer zat. En ik had mede daardoor een fijne vakantie.

Dat gun je toch iedereen?

Bart Canoy is strafrechtadvocaat in Leeuwarden

Zie Leeuwarder Courant

‘Het eventuele hogere opsporingsresultaat is heilig.‘ Foto: Remko de Waal